🇳🇱

De jaren ’80 worden herinnerd als een van de wildste jaren in de autosport. De toenmalige FISA-regels bepaalden dat er minimaal 5.000 auto’s voor de weg moesten worden geproduceerd voordat racehomologatie werd verleend, maar toen dat eenmaal was gebeurd, hadden fabrikanten de optie om een ‘Evolution’-versie te bouwen. Ford en zijn prestatiegerichte tak Tickford creëerden de RS500. De lessen die op het racecircuit werden geleerd, bepaalden veel van de prestatieverbeteringen, waaronder een nieuw ontworpen voorbumper met lipspoiler en de toevoeging van een lagere achterspoiler. Maar de echte verbeteringen werden onderhuids doorgevoerd. Naast een herziene lay-out van de achterwielophanging werd een nieuwe YBD Cosworth-motor met versterkte interne onderdelen en een herzien cilinderkopontwerp geïnstalleerd en voorzien van een grotere Garrett-turbo, een grotere intercooler, wijzigingen aan het brandstofsysteem en een upgrade van het motormanagement. Alle 500 voor de weg geproduceerde auto’s hadden rechts stuur.

De fabrieksracewagens van Ford waren echter iets specialer.

De Texaco-auto werd gebouwd om die WTCC-overwinning te verdedigen. Maar nadat FISA het kampioenschap voor het seizoen 1988 onverwacht schrapte, had het fabrieksteam onder leiding van Eggenberger weinig andere keuze dan zich te concentreren op het Europees toerwagenkampioenschap (ETCC). De #1 Texaco machine startte in alle 11 rondes van de serie en werd in de loop van het seizoen bestuurd door enkele van de grootste namen in de toerwagenracerij, waaronder de Duitse coureurs Klaus Ludwig en Klaus Niedzwiedz en de Britse coureur Steve Soper. De Sierra kwalificeerde zich bij elk evenement in de top drie en claimde vijf pole positions. In de daaropvolgende races behaalde de Sierra vijf overwinningen, drie tweede plaatsen en een derde plaats, wat genoeg punten opleverde om Ford te helpen de constructeurstitel ’88 in de wacht te slepen.

🇬🇧🇺🇸

The 1980s are remembered as one of the wildest years in motorsport. FISA rules at the time stipulated that a minimum of 5,000 road cars had to be produced before racing homologation was granted, but once that happened, manufacturers had the option of building an ‘Evolution’ version. Ford and its performance arm Tickford created the RS500. Lessons learned on the race track determined many of the performance enhancements, including a redesigned front bumper with lip spoiler and the addition of a lower rear spoiler. But the real improvements were made under the skin. Besides a revised rear suspension layout, a new YBD Cosworth engine with reinforced internals and a revised cylinder head design was installed and fitted with a larger Garrett turbocharger, a larger intercooler, changes to the fuel system and an engine management upgrade. All 500 cars produced for the road had right-hand drive.
Ford’s factory race cars, however, were a little more special.

The Texaco car was built to defend that WTCC victory. But after FISA unexpectedly scrapped the championship for the 1988 season, the factory team led by Eggenberger had little choice but to concentrate on the European Touring Car Championship (ETCC). The #1 Texaco machine started in all 11 rounds of the series and was driven over the course of the season by some of the biggest names in touring car racing, including German drivers Klaus Ludwig and Klaus Niedzwiedz and British driver Steve Soper. The Sierra qualified in the top three at each event and claimed five pole positions. In the subsequent races, the Sierra took five wins, three second-place finishes and a third-place finish, providing enough points to help Ford clinch the ’88 constructors’ title.

🇫🇷

Les années 1980 sont considérées comme l’une des années les plus folles du sport automobile. À l’époque, les règles de la FISA stipulaient qu’un minimum de 5 000 voitures de route devaient être produites avant que l’homologation pour la course ne soit accordée, mais une fois cette condition remplie, les constructeurs avaient la possibilité de construire une version “Evolution”. Ford et sa filiale de performance Tickford ont créé la RS500. Les leçons tirées de la course automobile ont déterminé de nombreuses améliorations des performances, notamment un pare-chocs avant redessiné avec un becquet à lèvres et l’ajout d’un becquet arrière plus bas. Mais les véritables améliorations ont été apportées sous la carrosserie. Outre une suspension arrière révisée, un nouveau moteur YBD Cosworth avec des composants internes renforcés et une culasse révisée a été installé et équipé d’un turbocompresseur Garrett plus grand, d’un refroidisseur intermédiaire plus grand, de modifications du système d’alimentation et d’une mise à niveau de la gestion du moteur. Les 500 voitures produites pour la route avaient toutes une conduite à droite.
Les voitures de course d’usine de Ford étaient toutefois un peu plus spéciales.

La voiture Texaco a été construite pour défendre cette victoire en WTCC. Mais après que la FISA a abandonné le championnat pour la saison 1988, l’équipe d’usine dirigée par Eggenberger n’a eu d’autre choix que de se concentrer sur le Championnat européen des voitures de tourisme (ETCC). La machine n° 1 de Texaco a participé aux 11 manches de la série et a été pilotée au cours de la saison par certains des plus grands noms de la course de voitures de tourisme, notamment les pilotes allemands Klaus Ludwig et Klaus Niedzwiedz et le pilote britannique Steve Soper. La Sierra s’est qualifiée dans les trois premiers à chaque épreuve et a décroché cinq pole positions. Lors des courses suivantes, la Sierra a remporté cinq victoires, trois deuxièmes places et une troisième place, ce qui a permis à Ford de remporter le titre des constructeurs en 1988.