INTERCLASSICS BRUSSELS
BMW M3 (E30) DTM
1986
🇳🇱
De M3 is met afstand de succesvolste racewagen uit de touringcargeschiedenis. De modelserie E30 is waar het allemaal begon. Opmerkelijk is dat de BMW M ingenieurs slechts twee weken hebben gewerkt aan de ontwikkeling van het iconische S14 motorblok. Deze Group A DTM-racer in Warsteinerbestickering is onder fans veruit de bekendste M3 E30.
Van 1987 tot 1990 heerste de M3 in het Duitse toerwagenkampioenschap, ook bekend als DTM. Fabrieksondersteunde auto’s van Zakspeed, Schnitzer, Linder en Bigazzi hielden BMW aan de top. Eric van de Poele van Zakspeed won het algemeen kampioenschap in 1987, terwijl Roberto Ravaglia met Schnitzer in 1989 het algemeen kampioenschap won.
In 1990 werd de motorinhoud opgevoerd tot 2,5 liter en werd een grotere versie van de S14 geprepareerd die 340 pk kon leveren.
🇬🇧🇺🇸
The M3 is by far the most successful racing car in touring car history. The E30 model series is where it all began. Remarkably, BMW M engineers spent just two weeks developing the iconic S14 engine. Among fans, this Group A DTM racer in Warsteiner livery is by far the best-known M3 E30.
From 1987 till 1990 M3s ruled the German Touring Car Championship also known as DTM. Factory-supported entries by Zakspeed, Schnitzer, Linder and Bigazzi kept BMW on top. Eric van de Poele of Zakspeed took the overall championship in 1987 while Roberto Ravaglia took the 1989 overall championship with Schnitzer.
By 1990 the engine capacity was rasied to 2.5-liters and a larger version of the S14 was prepared that could produce 340 bhp.
🇫🇷
La M3 est de loin la voiture de course la plus réussie de l’histoire des voitures de tourisme. C’est avec la série E30 que tout a commencé. Fait remarquable, les ingénieurs de BMW M n’ont consacré que deux semaines à la mise au point du moteur emblématique S14. Parmi les fans, cette voiture de course DTM du groupe A en livrée Warsteiner est de loin la M3 E30 la plus connue.
De 1987 à 1990, les M3 ont régné sur le championnat allemand de voitures de tourisme, également connu sous le nom de DTM. Les voitures d’usine de Zakspeed, Schnitzer, Linder et Bigazzi ont permis à BMW de rester en tête. Eric van de Poele de Zakspeed a remporté le championnat général en 1987, tandis que Roberto Ravaglia a remporté le championnat général en 1989 avec Schnitzer.
En 1990, la capacité du moteur a été portée à 2,5 litres et une version plus grande de la S14, capable de produire 340 ch, a été préparée.
